Zie haar lopen, meisje van twintig,
haar stappen rank en rap.
De wind waait haar rok in
duizend kleuren.
Hoor haar lachen, meisje van twintig,
ze klinkt als een harp in de Andes.
Haar ogen donker als de tamarinde pit,
knipperen ondeugend in het maanlicht.
De wind waait haar rok in
thousand colour.
Zie haar dansen, meisje van twintig,
haar voeten volgen de bongo drums,
haar handen als vlinders in de lucht,
haar heupen soepel als de flamingo.
De wind waait haar rok in
dusun kloru.
Hoor haar zingen, meisje van twintig,
haar lippen zoet als suikerriet,
vormen hemelse klanken
allegro con fuoco vivace.
De wind waait haar rok in
tausend farben.
Ik feliciteer haar, meisje van twintig,
omhels haar in de geur van jasmijn
en amandel. Onder kersenbloesem
volgt ze haar eigen weg.
De wind waait haar rok in
Mil Colores.
Frida Domacassé